hij haalde het nietige uit zijn onooglijkheid en gaf het gestalte: het stelde opeens meer voor dan een botanisch weetje. |
Paul Haimon over Martin Linnartz in "Limburgse Schilders" (1979):
Hij werd niet precies een kleinkunstenaar, al bleef het kleine hem trekken, hij haalde het nietige uit zijn onooglijkheid en gaf het gestalte: het stelde opeens meer voor dan een botanisch weetje. Wat er rondmorrelde aan zijn voeten in het gras of op een tak, en wat aan die tak gebeurde, was allemaal leven. En dat was niet altijd een idylle. Ook in de natuur is het drama, gebeuren ook daar afschuwelijke zaken; veel dieren staan elkaar naar het leven. Maar het wordt zo geschilderd dat het én lelijk én mooi tegelijk wordt. Sterker nog, menselijk leed wordt zo gedanst. zo gezongen, zo getekend of geschilderd dat het leed tevens en vooral vreugde wordt. Pijn wordt óók en vooral genot. Het afschuwelijke wordt ook en vooral aanlokkelijk. In de wereld die de kunst schept, komen taken die heel ver uiteen liggen uiterst dicht bij elkaar, is zijn opvatting."
|