Prof. Ko Sarneel besteedde regelmatig aandacht aan het werk van Martin Linnartz in zijn radiorubriek "Journaal van de kunst en zo .. " voor de Regionale Omroep Zuid.

 

Later veranderde de naam van de ROZ in "Omroep Limburg" en "L1 radio".

11 maart 1965

Cultureel Journaal ROZ

Prof. Ko Sarneel

Kent U, luisteraar, de zevenspringer, de wipstaart, de grijpstaart, de zwartmantel. en do witpap, de bloemgraver en de kadaverwroeter, de kapknapper, ijlpoot, koeflatslurper, balkenwandelaar, de prikbeen en de spartelaar, fiepfipper en oranjeoogje? Ik kende zo ook niet, maar als nu elk van de wonderlijke namen een heel "bepaalde gestalte van wroetend, blinkend, sprietelend, wonderlijk fel en duidelijk leven bij me oproept, dan heb ik dat niet aan de uiteenzettingen van een insectenkenner te danken, want 't zijn allemaal kevertjes, torretjes en allerhande insecten die ik daareven opsomde, maar aan Mart Linnartz.

Mart Linnartz is een nog jonge Zuidlimburgse tekenaar en monumentaal schilder, een jaar of vier afgestudeerd aan de Jan van Eyck Academie. Van hem heb ik al eerder op deze plaats met een bemoedigend hart enige glas-in-lood ramen besproken, die hij te Venlo in het St. Thomascollege heeft uitgevoerd.

 

Thans exposeert hij in kunstzalen Dejong-Bergers met meer dan 50 kever- en insectentekeningen. Daar is er waarlijk niet een slappe bij, en ik heb er zelfs een zestal aangetekend die zonder moer verbluffend zijn van tekenkunst, van het vermogen om in schrifturen razend snel en ongelooflijk raak, bijwijlen indrukwekkend expressief, het vinnig geïnstrumenteerde leven van kleine diertjes te grijpen en te openbaren als beelden van driften, die rijmen op de onze. Dit is een tekenkunst die aan de Chinezen en Japanners herinnert, zo direct, intens en raak is zij menigmaal. Maar zij is beweeglijker, wendbaarder. In haar realistiek is zij bovendien zeer nederlands en in de hartstochtelijkheid van haar emplooi ook zeer noords.

 

 

Het is een schitterende tekenkunstexpositie, met als hoogtepunten de penseeltekeningen van een vliesvleugel met grijpstaart, en twee van spinnen op een web. Maar als anderen nog meer dan van die meesterlijke raakheid en eenvoud hierin treffend, onder de indruk komen van sommige der meer uitvoerige bladen, b.v. van de zwartmantel om zijn tragisch voorkomen of van de koeflatslurpers met hun bisonachtige gestalte, of van de kraangrijperachtige geweldigheid van hun kaakapparaat, of van de vlinder op de bloem vanwege de verrukkende huivering die als een stormwind en flakkerend vuur door haar vleugels jaagt, dan is het mij ook goed.

 

 

 

   

 

 

 

 

| HOME | OEUVRE | Recensies | ROZ | Insecten |