Zo Gek Nog Niet

de koe in kunst en cultuur

 

 

door P.W. Frederiks, 2001

In de Hindoe-cultuur is de koe heilig. Reeds in oeroude Vedistische tijden werd zij vereerd, zelfs geïdentificeerd met godheden. Dat in merkwaardige tegenstelling tot het aanzien dat mannelijke dieren genieten. Stieren en ossen worden geslacht wanneer het hun tijd is. Maar de heilige koe wordt in verzen bezonden als Devi (godin) of zelfs met Adili geïdentificeerd, moeder van de goden zelf. Hindoes zijn een consequent volk. Als de koe heilig is moet ook koeienstront en --pis als heilig worden beschouwd, evenals haar andere producten: melk, kwark en boter, en zo gebeurt het.

Hoe is men zover gekomen? Dat de koe haar goddelijke status kon bereiken wijst wellicht op haar relatie met een prehistorische herderscultuur, waarin ook pastorale elementen als de fluitspelende Krischna vanaf de 10e eeuw een plaats kregen.

 

"De heilige koe" is een wijze van spreken die terug te voeren is op het Hindoe-princiepe van de heiligheid van alle leven, ook van het dierlijke leven en speciaal dat van de koe. Een formule waarmee in Europa vooral Albert Schweitzer zich kon vinden: "Ik ben leven dat leven wil, temidden van leven dat leven wil".

 

Befaamd is het Hindoe-festival bij Pongal in Zuid-India bij de midwinterzonnewende. Koeien worden beschilderd, behangen met bloemenslingers en in processie rondgeleid. Dan wordt rijst en melk gekookt en aan de goden geofferd, daarna aan de koeien en tenslotte aan de familieleden uitgedeeld.

Een andere oude herderscultuur, die van de Sumeriers in Mesopotamië, kende een godin Ninsun, een "Vrouwe wilde koe", en oorspronkelijk afgebeeld als koe. Zij was de goddelijke kracht en de belichaming van alle kwaliteiten die de herder in zijn koeien aanwezig wenste. Ook in latere tijden, bij de Grieken, speelde de koe een belangrijke rol in de godenwereld. Argus Panoptus, de alziende met honderden ogen in zijn hoofd en over zijn hele lichaam, werd door de godin Hera aangesteld om de koe te bewaken waarin Io, priesteres van Hera, was veranderd. Maar Argus werd vermoord door Hermes, de boodschapper van de goden en tevens beschermer van het vee. De treurende Hera veranderde Argus' ogen in de staart van de pauw. De koe speelde nog een andere rol in het "leven" van Hera. Proetus was koning van Argos. Zijn dochters werden krankzinnig omdat zij de godin Hera beledigden en de Dionysosriten niet accepteerden. Ze meenden dat ze koeien waren. Zij werden genezen door de ziener Melampus, die als beloning een derde van het koninkrijk van Argos vroeg.

Ook in de geschiedenis van het ontstaan van Troje speelde de koe een belangrijke rol. Ilos kreeg van de koning van Phrygiëeen een bontgevlekte koe als worstelprijs en het advies een stad te stichten op de plaats waar de koe zou gaan liggen. De koe koos de heuvel van Ate. Daar stelde Ilos de grenzen van Troje vast. Priamus was zijn kleinzoon en tevens de laatste koning van Troje, voor de stad veroverd en verwoest werd door de Grieken. Deze sage toont merkwaardige gelijkenis met het verhaal van Cadmus, die het alfabet in Griekenland introduceerde. Cadmus kreeg van het orakel van Delphi de opdracht een koe te volgen en een stad te bouwen op de plek waar zij zou gaan liggen. Dat werd Thebe.

De met bloemslingers omhangen koe of os treft men behalve in India ook aan in het 18e eeuwse Holland. In India telde stier en os niet mee, maar in het patriarchale Holland werden de bloemslingers om het lijf van de os gehangen, niet zozeer wegens zijn heiligheid maar om de voortreffelijkheid van zijn vlees ter consumptie. "Beschouwt, o jeugd, deez agt bedrijven, dan zal ons Werk in achting blijven" vertelt een centsprent en een van de acht toont: "Hier gaat de Prijsos heen, versierd met bloemenkransen/ Daar Lekkerbek, als hij geslagt is, van zal schransen".

 

 

 

Daartegenover staat de roerende opvatting van sommige vegetarische Hindoe-secten over de koe, die zij waarderen als het enige dier ter wereld dat voedsel geeft zonder te hoeven worden gedood. (Men laat de bijen maar buiten beschouwing). Roerend blijft het. Zo fijngevoelig was men in Holland niet, waar aan leergierige kinderen middels een centsprent werd geleerd: "De koe. Denkt als gij 't Koetje grazen ziet, Hoe zij ons vleesch en melk aanbied"

 

De kinderen werd er niet bij verteld dat dat aanbieden niet vrijwillig plaats vond en nog altijd niet plaats vindt. Dat de koe nog slechts als leverancier van vlees en melk werd gezien, blijkt ook uit de manier waarop zij vaak werd afgebeeld:als een lelijk en dom scharminkel., in tegenstelling tot het paard, dat edel en elegant en van schone eigenschappen voorzien er naast staat: "Het paard zo trotsch en sterk van kracht, wordt door den mensch zeer hoog geacht". De koe was een beklagenswaardig misbaksel. Toch was dat niet altijd zo.

Op een beroemde 16e eeuwse kopergravure van Lucas van Leyden wordt de koe centraal in beeld gesteld als een fraai beest ....

 

... maar de prent heeft als titel geen "Koe", maar "De Melkmeid", die er inderdaad ook op staat. Het is daarmee een verhaal over het leven op het land, waarbij de graveur in de gelegenheid was zijn kunst te tonen, in een van respect blijk gevende en bewonderende visie op het zo nuttige beest. Deze houding ten opzichte van de koe wordt in de 17e eeuw en 18e nog meer duidelijk. Dan gaat de koe, evenals trouwens de mens, dienen om een aangenaam landschap te "stofferen". Een typisch Hollandse zaak, ook al betreft het een zuidelijk landschap van de Italianisanten, zoals Herman Swanevelt.

Het verstand komt met de jaren!

zeide de os, toen hij op den meststal gebragt werd

Nicolaas Berchem, een andere Italianisant, gebruikte eveneens de koe om zijn "Vrouwtje met de melkemmer" op te leuken en talloze anderen in die bloeitijd van het landschapskunst hebben de koe (of stier, zoals Potter) een waardige plaats gegeven in hun composities.

 

Maar gaande naar de 18e eeuw komt er een merkwaardige verandering. Albert Cuyp maakt een serie kleine etsjes die onmiskenbaar de bedoeling hebben een koe te tonen en niet meer dan dat.

Om haar nog even in de buitenlucht te situeren wordt nog een weiland aangeduid, een horizon met een ver kerktorentje.

 

 


De verstandige geeft toe!

Na Cuyp worden dergelijke prenten waarop de koe als een fraai en indrukwekkend beest in het verder kale vlakke landschap wordt afgebeeld regel. Beesten blijven ondoorgrondelijk. Maar toch, als we Midas Dekkers moeten geloven, hebben varkens in Orwells Animal Farm een duidelijk, zij het ander wereldbeeld dan de mens. Zij komen niet in opstand, zij berusten niet, zij beschouwen hun lot als een levensvervulling, zoals Anton Koolhaas in zijn befaamde verhalen suggereert. En zo is het ook met de koe. Ze laten zich weghalen en brengen naar de geheimzinnige bestemming van het abattoir, waarnaar ze reikhalzend uitkijken. Men ziet daarvan iets doorschemeren op een Münchener Bilderbogen: "De verstandige geeft toe!" zei de os tot de slager die het hakbijl heft. Koeien lijken het meest lijdzame dier dat bestaat, eindeloos grazend en vooral starend in de verte. Men heeft zich wel eens afgevraagd of zij bij al dat staren naar het landschap bewogen wordt door een gevoel van schoonheid? Wat zou daar op kunnen wijzen? Een koe zou ongeïnteresseerd kunnen kijken maar niet gedesinteresseerd. Dat is alleen menselijk.


De wandelende zuivelwellen, die we onder al de schatten tellen, verdienen alle zorg en vlijt, toon, boer, dat gij die waardig zijt

Het is sinds de 18e eeuw er voor de koe niet beter op geworden. Opgesloten in nauwe stalruimten staat zij melk en vles te produceren. Gekke koeienziekte en mond- en klauwzeer lijken boodschappen van de hemel dat we verkeerd bezig zijn. Maar Kunart en Brinkhorst lijken de boodschap begrepen te hebben, zoals die op een andere oude kinderprent staat: "De wandelende zuivelwellen (!), die we onder al de schatten tellen, verdienen alle zorg en vlijt, toon, boer, dat gij die waardig zijt".

Kan men de waarde van een cultuur en haar kunst aflezen aan de plaats en waardigheid die zij aan de koe toekent? De koe verdient niet alleen in India maar ook in Nederland een zekere mate van heiligheid.

 

 

 

HOME | OEUVRE | De Koe van linnartz | De koe als symbool in de kunst | Overzicht van koeien |


Informatie gedeeltelijk ontleend aan Encyclopedia Brittancia