TECHNISCHE ASPECTEN VAN EEN
VERBETERDE FREQUENTIEPLANNING
IN DE FM-OMROEPBAND

"Spectrum is schaars" Miljarden guldens worden geboden in veilingen van frequenties voor mobiele telefonie. In de begintijd van de radio, begin deze eeuw, werd 'entertainment' gezien als een zinloze verkwisting van een schaars goed. Tot voor kort werd in Nederland alleen aan publieke omroepen een plek in de ether gegund. Sinds enkele jaren zenden ook lokale en commerciele radiostations uit. Met betere en efficientere planningsmethoden bleek er wel degelijk meer ruimte in de ether dan lang door politici werd beweerd.

Hoe is de huidige indeling van zendlokaties en frequenties in de FM-omroepband tot stand is gekomen en in hoeverre is deze indeling efficiënt? Wat zijn de technische criteria op grond waarvan nieuwe radio frequentie-aanvragen al dan niet gehonoreerd (kunnen) worden?

In 1991 maakten Jean-Paul Linnartz en Ton Meuleman, destijds verbonden aan de T.U. Delft, een studie van deze problematiek naar aanleiding van de vraag of er in Amsterdam nog ruimte in de ether was voor een FM frequentie voor lokale omroep.

Sinds die tijd is de Nederlandse overheid veel efficienter omgegaan met de beschikbare ruimte in de ether en is het aanbod aan radioprogramma's sterk toegenomen. De genoemde studie is in vele artikelen, beleidsnoties, hoorzittingen en rechtzaken aan bod gekomen.

Toch speelt deze problematiek nog steeds. De economische waarde van spectrum is duidelijk geworden en de vraag of de beschikbare ruimte goed wordt verdeeld en voldoende wordt aangepast aan die nieuwste inzichten speelt nog steeds.

"TECHNISCHE ASPECTEN VAN EEN VERBETERDE FREQUENTIEPLANNING IN DE FM-OMROEPBAND" werd in 1991 uitgegeven, maar is al enige tijd niet meer verkrijgbaar in boekvorm. De inhoud is beschikbaar via deze webpagina's

 

     
 
     

 


TECHNISCHE ASPECTEN VAN EEN
VERBETERDE FREQUENTIEPLANNING
IN DE FM-OMROEPBAND
W
I
R
E
L
E
S
S
.
P
E
R
.
N
L
INHOUDSOPGAVE

NOZEMA zender Lopik Voorwoord
1. Algemene beschouwing over frequentieplanning
2. (In)efficiëntie van de historisch gegroeide frequentie-indeling
3. (In)efficiëntie van het net van lokale omroepen
4. Stereo-verzorging versus aantal zenders
5. Geluidskwaliteit versus aantal zenders
6. Conclusie

Appendix A: Het verzorgingsgebied

De normen
Radiopropagatie
spread sheet

Appendix B: Cellulaire netten

Appendix C: Deelstudies

Inleiding en conclusies van de deelstudies
C1: Gebruik restfrequenties
C2: Voorbeelden van mogelijk in Amsterdam te gebruiken (rest-) frequenties
C2a: Wieringermeer 102,5 MHz
C2b: Gouda 90,7 MHz
C2c: Den Haag 101,2 MHz

Literatuurverwijzingen

Sponsors

Deze studie werd in 1991 verricht in opdracht van de Amsterdamse lokale omroep SALTO en de overkoepelende Organizatie van Lokale Omroepen in Nederland (OLON)

Deze studie was mede aanleiding voor de "zero base" herverdeling van de FM band

Uitgever en copyrights Omslag van het rapport

PDF 5 MB

Delftse Universitaire Pers / 1991 (out of print)
ISBN 90-6275-746-4 / CIP

Copyright © 1991 by J.P.M.G. Linnartz en A.J.J. Meuleman. All rights reserved

No part of the material may be reproduced or utilized in any form or by any means, electronic or mechanical, including photocopying, recording or by any information storage and retrieval system, without permission from the authors.

Permission for quotation and citation is granted, provided that a notification of the source of the material is included.

Auteurs

J.P.M.G. Linnartz en A.J.J. Meuleman