"Martin
Linnartz hat Kafkas Geschichte mit seiner schaffenden und liebevollen
Hand, ohn auch nur ein Wort zu verwenden, wie nue für mich gemacht"
. |
Wiel Kusters in "Metamorphosen, bildnerische betrachtungen
zu Kafkas DIE VERWANDLUNG":
'Ik ben een worm, en geen man, een smaad van mensen, en veracht
van het volk', zegt de dichter van psalm 22. Volgens het getuigenis
van Marcus en Matteüs bad Jezus deze psalm op Golgota, in zijn
stervensuur.
Gregor Samsa's verandering in een keverachtig ondier loopt uit
op zijn dood en eindigt in zijn definitieve vernedering: de werkster
ruimt de 'rommel' op. Gregor verdwijnt tussen het vuilnis en de
rest van het gezin herleeft. Vader, moeder en dochter maken met
de tram een tochtje naar buiten en voelen zich door de warme zon
beschenen. De toekomst blijkt opeens financieel rooskleuriger
dan zij dachten. En wanneer zij hun bestemming bereiken, staat
de dochter als eerste op: 'Und es war ihnen wie eine Bestätigung
ihrer neuen Träume und guten Absichten, als am Ziele ihrer Fahrt
die Tochter als erste sich erhob und ihren jungen Körper dehnte.'
Wie zijn hier nu eigenlijk van gedaante veranderd? Vader, moeder,
dochter. Het beeld van dat jonge meisje is het beeld van een 'verrijzenis'.
Maar er is iemand anders voor haar gestorven.
Gregor Samsa, de handelsreiziger, heeft zijn ouders en zuster
met zijn werk in leven gehouden. Hij heeft er zelfs toe, bijgedragen
dat zijn vader in staat was oude schulden af te lossen, Op het
moment dat hij niet meer in staat is voor de familie te zorgen,
moet de huishouding worden ingekrompen. En het wordt onontkoombaar
dat vader, moeder en dochter zelf betrekkingen aanvaarden. Zij
veranderen weliswaar niet in een kever of een worm, maar vernederd
voelen zij zich toch. Wat de vader betreft, doet zijn trotse portiersuniform
daar weinig aan af. Gregor merkt diens metamorfose op: 'Was dat
nog zijn vader?' En verderop lezen wij over het gezin: 'Zij vervulden
tot het uiterste wat de wereld van arme mensen eist; zijn vader
haalde voor de lagere bankbedienden het ontbijt, zijn moeder offerde
zich op voor het ondergoed van vreemde mensen, zijn zuster liep
naar believen der klanten achter de toonbank heen en weer.
Maar
hun uit pure noodzaak voortgesproten 'opofferingsgezindheid' vergeleken
bij die van Gregor zelf is zij niet 'echt' - leidt uiteindelijk
wel tot een vorm van wederopstanding. Let wel: nadat hun monsterachtige
zoon hen opnieuw in het actieve leven heeft geplaatst en vervolgens
zelf gekrepeerd is.
Er is ook nog een appel in het spel. Gregors vader bekogelt zijn
ongelukkige zoon met appels, waarbij er één zijn rug binnendringt
en hem zwaar verwondt. Die appel blijft daar zitten en gaat rotten,
'als een zichtbaar aandenken in zijn vlees'. Gregor draagt, in
de vorm van een appel - de appel van de boom der kennis van goed
en kwaad, de appel uit Genesis - een onbegrepen, niet te omschrijven
en hemzelf niet toekomende schuld met zich mee. Gregor is een
'halve' Messias, zijn lijden een plaatsver-vangend lijden tegen
wil en dank. Hij is een Messiasachtige die zichzelf niet kan redden
en niet door zijn offer heen kan gaan in de richting van het licht.
Ik weet niet of ik hier in woorden iets over Franz Kafka's fameuze
verhaal iets heb gezegd dat niet ook al door anderen gezegd is.
De hoeveelheid geschriften over Kafka's werk is onafzienbaar.
De 'bildnerische Betrachtungen' van Martin Linnartz, die daarmee
aan Kafka's woorden een visuele tegenhanger gaf, betrekkelijk
autonoom, maar toch ook vanuit een zichtbare trouw aan het verhaal
dat hem boeide, hebben mijn ideeën over Die Verwandlung zeker
beïnvloed. De tekening waarmee het voor u liggende boek besluit,
staat iconografisch in de traditie van de Verrijzenistaferelen.
Zo zie ik het althans: als een profane variant daarvan, met de
vader en de moeder als wachters bij het graf. Hoe dicht zit, met
deze scène vergeleken, de vuilnisbak op de bladzij ervoor. Hoe
duister is dat deksel... En wat te denken van die hand, op een
van de andere tekeningen, die als de hand Gods op een middeleeuws
schilderij uit de hemel steekt? De hand van Gregors vader is de
hand van een profane toornige god, die zijn schepsel met schuld
en gewetenspijn belaadt en hem een onbekend vergrijp tegen een
onbekend gebod op smartelijke wijze inpepert.
Martin Linnartz heeft Kafka's verhaal met zijn scheppende en
liefdevolle hand, zonder ook maar één woord te gebruiken, als
nieuw voor mij gemaakt.
|