20 maart 1965
Kunstkroniek
Prof. Ko Sarneel
|
'n Handjevol exposities in Limburg. Om te beginnen MAASTRICHT,
waar twee heel fijne te zien zijn; bronzen van NIC JONK en tekeningen
van MART LINNARTZ. De naam Mart Linnartz zult U wel voor het eerst
horen. Vijftig tekeningen van deze artiest - die nog niet zo lang
geleden van de Jan van Eyck Academie kwam - worden tot en met
27 maart bij Kunsthandel Dejong- Bergers geëxposeerd.
|
Het zijn allemaal tekeningen van insecten, in de catalogus minutieus
met naam en toenaam aangeduid als: vliestorretje mot kapkrabbertje,
balkwandelaars, oorworm met pluizer, prikbeenhommel, koeflatslurper,
zwart-mantel- met-witkop, fiepfippertje en zo verder. Als die
beesten echt zo heten, vind ik dat heel mooi, maar 't doet er
verder niet zoveel toe, want Linnartz maakt tenslotte geen insecten,
maar bewonderenswaardige zwart-grijs-witten met 'n grote grafische
greep op die kleine wereld.
|
|
Elk van die 50 bladen heeft een eigen karakter. De tekenaar moet
wel lang gekeken hebben naar zijn minieme modellen om helemaal
vertrouwd te raken met hun uiterlijk. Maar waarschijnlijk hoeft
hij nog langer erover gedaan om het weer te vergoten. Want toen
eerst kon hij sommige insecten tekenen als een gecompliceerde,
bladvullende arabesk, en andere doen opgaan in een subtiele wereld
van donkere sepiastrepen, waterklare grijzen, en kleine constellaties
van speldeprikken in het tekenpapier.
|